Melding “Overlast persoon” en warme chocomelk

Na m’n prachtige mooie reis van anderhalve maand heb ik na een reeks middagdiensten weer een eerste nachtdienst, erg goed ben ik er niet in. Nooit geweest ook. Want ik slaap altijd veel te weinig/kort dus het is altijd ‘hopen’ dat het werk me wakker houdt. Dat kan door drukte, de ene melding na de andere zodat ik geen tijd heb om moe te zijn, door adrenaline, of met een van m’n maatjes samen naar buiten. Of natuurlijk door andere gezelligheid en veel lachen. Of caffeine. Nou neem ik nog liever een slok water uit de Oudezijds Achterburgwal op zondag ochtend dan een ‘cappuccino’ uit de koffie automaat op het werk. Veel collega’s hebben cupjes mee voor zelf koffie te maken met de Nespresso machine die vlak naast de automaat staat. Ook ik, om in noodgevallen een (dubbele) sterke espresso te zetten. (In plaats van een latte of cappuccino met veel melk die ik het lekkerst vind)Genoeg over manieren om de nachtdiensten te doorstaan.


fullsizeoutput_1e33

fullsizeoutput_1e33

8 november 2018. Nachtdienst. A en ik waren de 1101. De ‘noodhulpauto’ voor ons werkgebied. We kregen een melding “Overlast persoon”. Er zou iemand, vermoedelijke een jonge jongen, bijna voor de deur van de melder liggen te slapen. De melder vond dit niet kunnen en onprettig en had daarom politie gebeld. Ter plaatse zagen we inderdaad iemand liggen te slapen. Ineen gekropen onder een dunne blauwe slaapzak lag geen jonge jongen maar een vrouw van een jaar of 55. Bibberend. Met haar hoofd bovenop een kleine schoudertas en haar hand eromheen.  Zelfs alert tijdens het slapen, want zodra we haar aanspreken is ze van slapend naar alert in een paar seconden. Het leven op straat laat sporen achter. Terwijl we met haar staan te praten zegt ze al meteen een aantal keren dat ze weg gaat. Wij willen graag weten wie ze is en vragen om een geldig identiteitsbewijs. Ze heeft alleen nog een kopie van haar paspoort. Veel van haar spullen zijn gestolen of kwijt. Bibberende stijve vingers rommelen door een tasje die ze diep onder haar vele lagen kleding heeft weggestopt. Als het kopietje tevoorschijn komt trekken we haar na in onze politiesystemen. Ze komt vrijwel niet voor. Een keer eerder voor slapen op straat en een keer, langer geleden, met een heftige ruzie op straat met een man. Ik vraag hoe het zover is gekomen dat ze op straat slaapt deze toch niet erg warme nacht. Het antwoord: “Ik kon niet meer samenwonen. Niet alle mannen zijn goed voor je. Dit leven is natuurlijk geen ideaal leven maar het is beter dan met hem. Ik moest echt weg. Maar ik zal hier weg gaan, ik wil niet dat mensen over mij klagen.” Ik gooi er een leugentje tegenaan en zeg dat diegene die gebeld heeft belde uit bezorgdheid.  Het is niet waar maar ik vind de waarheid naar. Of het verhaal van mevrouw klopt weet ik natuurlijk niet, en het doet er ook niet toe. Mevrouw kon voor deze nacht geen slaapplaats vinden en wil daar verder niet over klagen. Het is een lang verhaal. Sommige daklozen mijden zelf ook zorg. Willen veel maar niet dat wat de opvang en hulpinstanties voor ze kunnen regelen. In dit geval weet ik wederom niet waar de waarheid ligt, en het is ook niet belangrijk. Wel weet ik dat ik het erg vind dat er bezuinigd wordt op de (geestelijke gezondheids) zorg en dingen als opvang. Het is zo hard nodig, brengt veel problematiek en soms schrijnende situaties.

M’n collega A kent me langer dan vandaag en weet dat ik een beetje een ‘slappe’ ben op sommige fronten. De vrouw moet van ons haar spulletjes bij elkaar pakken en in ieder geval hier voor de deur van de melder vertrekken. Slapen op of aan de openbare weg is tenslotte niet toegestaan. Als ze haar slaapzakje in ‘dr schoudertas propt overleg ik snel even met A.. De marshmallow in mij vind het moeilijk om deze vrouw de komende paar uur over de koude straten te laten dwalen zonder iets voor haar te doen. We hebben haar de weg gewezen naar een wat warmere plek, waar ze de ochtend af kan wachten en ik heb op een briefje met mijn naam en stamnummer erop gekladderd dat  ze voor een bak koffie langs ons bureau kan lopen en even op kan warmen. Middels dat briefje hoeft ze dan niets uit te leggen. Niet ideaal en ook geen opvang. Maar alles is beter dan dit op het moment. Ik overleg zachtjes met m’n collega of we haar niet gewoon even af zullen zetten, gezien het toch zeker 15 minuten lopen is en ze al zo koud is. Ik denk dat m’n collega het al aan voelde komen want die vond het meteen goed. Het was niet druk en als de meldkamer een spoedmelding zou hebben dan moest mevrouw in het slechtste geval toch maar verder lopen. Dat briefje voor een kop koffie had ze nu dan ook niet meer nodig. We halen zelf wel gewoon koffie voor ‘dr. “Wat heeft u in uw koffie?” vraagt A. Ik moet daar van binnen om lachen. Hij en ik kennen elkaar al ontzettend lang en hebben samen op het cellencomplex heel wat keren met een kar met koffie en thee rond gelopen. Als we naar het bureau rijden vind mevrouw warme chocomel een beter idee. Ik haal twee warme chocomelk (de luxe versie, want hey ‘de baas betaald’ en de chocomelk uit de automaat is in tegenstelling tot de koffie best lekker!) voor mevrouw. Binnen sta ik nog een man te woord aan de balie die bijna een half uur had gefietst om een bos door hem gevonden sleutels langs te brengen. “Als het mijn sleutels zouden zijn zou ik het ook wel heel fijn vinden als iemand ze naar het politiebureau brengt want er zit ook een autosleutel aan en straks steelt iemand de auto!” “Ontzettend lief! Wilt u toevallig een kop koffie?” “Nee ik ben wel toe aan iets sterkers, en jullie koffie is niet zo lekker, ik moest laatst aangifte doen en ik heb jullie koffie puur uit beleefdheid opgedronken.” Hardop lachend wijs ik naar de twee chocomelk die ik even op de balie had gezet. “Iets sterkers heb ik niet, maar de warme choco is serieus best lekker!” Politiek correct antwoorden zonder iets over de vieze koffie te zeggen: CHECK! “Hm ik heb wel een beetje vieze smaak in m’n mond..” Ik bied hem een TicTac aan: “TicTac dan?” “Oh ja graag!”

Tevreden loopt hij de deur uit. Ik heb even een ‘Faith in humanity, restored’ momentje door de man die de gevonden sleutels kwam brengen op de fiets. Ik breng de twee chocomelk naar de vrouw toe. Die is daar ontzettend blij mee en zit met mijn collega in gesprek over mogelijke instanties die haar eventueel zouden kunnen helpen. Een paar adressen op een papiertje, twee chocomelk, de bus met verwarming op standje puntlassen en een goed gesprek doen de vrouw zichtbaar goed. Ze vind ons lief, is blij dat ze geen bekeuring krijgt en bedankt ons meerdere malen. Ik vraag of ze al wat gegeten heeft. Dat heeft ze en ze is al lang blij met de toch wat betere plek waar we haar heenbrengen. Ik denk dat vrijwel alle collega’s weten waar het is, maar gezien het geen officiële opvang plek is noem ik hem maar niet. Beter dan de koude straat zullen we maar zeggen. A zet onze bus even op de rustige taxistandplaats neer. Ik help de vrouw uitstappen, wijs haar nog precies de weg en zij bedankt ons nog een paar keer. Op het moment dat ik half voorover gebukt de tas van mevrouw uit de bus wil pakken hoor ik achter me een stem:

“Eey mevrouw!” Ik zie een taxichaffeur achter me staan en zeg “Ja meneer” “Dit is een taxistandplaats he!” Het komt er uit op een manier waar echt nul komma nul respect uit blijkt. Misschien had je erbij moeten zijn maar ik probeer het te omschrijven en het was echt een en al verwijt. (Er was plek genoeg voor iedereen. Voor hem, onze bus en nog vele andere taxi’s. We stonden zeer zeker niemand in de weg.)

Ik voel m’n level geduld zakken van 100 naar heel weinig in een paar seconden… Zou hij nou werkelijk bedoelen dat we hier niet mogen staan om deze vrouw te helpen omdat we geen taxi zijn? Ik trek een lelijk hoofd en zeg verontwaardigd: “Je mééént dit!?” Meestal spreekt mijn hoofd boekdelen… maar deze keer niet voldoende geloof ik: “Ja dit is een taxi standplaats!!!” In m’n hoofd zeg ik al wat lelijke dingen en de opmerking “No shit Sherlock” komt er ook bíjna uit. Niet dat ik te beroerd ben om te zeggen wat ik denk, want ik ben dan op sommige fronten een half zachte marshmallow maar ik heb wel m’n hart op m’n tong. En als je je als een staats idioot wil gedragen zonder fatsoenlijke aanleiding kan je bij mij ook niet rekenen op bijzonder veel begrip in dit soort situaties. Ik heb het gevoel dat als ik nu niet heel goed oplet wat ik zeg dat deze situatie hier niet goed gaat komen dus ik zeg politiek correct: “Meneer als u een klein beetje beter zou kijken voor u praat ziet u dat ik bezig ben met mijn werk. Ik probeer deze vrouw te helpen. Dankuwel!” Of iets soortgelijks. In ieder geval zonder lelijke woorden en al het andere wat door mijn hoofd spookt. Ik vind dat ik taart verdien voor het inhouden van alle lelijke dingen die ik wil zeggen. Maar mijn broek zit al strak na 1,5 maand reizen dus ik neem wel een TicTac.

De taxichauffeur kon nu vrijwel zeker aan mijn gezicht aflezen hoe de situatie ervoor stond: Niet best. “Ik denk ik zeg het even. Maar sorry je hebt gelijk!” “Zeg maar niets meer, dat is voor nu ECHT beter!” De taxichauffeur gaat terug zijn auto in. Gelukkig. De host die de regels en orde bij de taxistandplaats in de gaten houdt ontfermt zich over de vrouw.  Ik bedank hem en wens haar sterkte. We rijden de noodhulp (de 112 meldingen) in een bus deze dienst, omdat de auto’s voor onderhoud bij de garage staan. Voordeel daar aan is dat je de schuifdeur lekker hard dicht kan gooien in plaats van iets lelijks tegen de taxi chauffeur te zeggen.. Ik smijt de schuifdeur dicht, spring naast A in de bus en blaas even stoom af. A heeft het allemaal gehoord en was ook stom verbaasd door de taxichauffeur. Mijn telefoon gaat. Wat een gezelligheid: Lieve M aan de telefoon, hij zit sinds een tijdje als leidinggevende op de meldkamer en werkt nu in de nachtdienst. Ook hem ken ik al heel lang en het is zo leuk om te zien waar iedereen terecht is gekomen na al die jaren. Ik vertel ook hem nog even het verhaal van de vrouw en de taxichauffeur ook al heeft hij de rapportage die A gestuurd heeft al gelezen. We spreken af dat we later even langsgaan op de meldkamer. M een knuffel brengen!!

Ik blijf nog even boos en verontwaardigd over de taxi chauffeur en zijn gedrag maar A heeft gelijk: “Let it gooooo, let it goooo!”   Oke. Door naar de orde van deze donderdagnacht: Geluidsoverlast. Huisfeestjes en mensen die willen slapen zijn nooit een goede combinatie. Het kan niet altijd spannend zijn. Maar ik heb de dienst gered zonder koffie, met verse gemberthee en een knuffel van M op de meldkamer! Op naar de volgende nachten.

  1. “een slok water uit de Oudezijds Achterburgwal op zondag ochtend.”
    Ik heb me bescheurd, dank je wel! 🤗

    • Je moet het niet willen hoor op de zondag ochtend hihi

  2. Het mooie van de mens zien in een man die een half uurtje fiets om sleutels af te geven en de stommiteit van een taxichauffeur.Weer erg fijn opgeschreven 👍🏻

  3. Dankjewel! Ik doe mn best! leuk om te horen dat men graag meeleest!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Home Over Lieke Blogs
© Liekeschrijft.amsterdam 2025. Built by Bright Brands