Ik denk dat er in alle beroepsgroepen wel typische ‘vakuitdrukkingen’ zijn. Zo gooien mijn verpleegkundige vriendinnetje M en m’n mooie ambulance racemonster vriendinnetje A er regelmatig woorden tegenaan waarvan ik alleen maar kan denken “Oh ja… Klinkt leuk voor scrabble”Nou krijg ik ook als ik over m’n werk vertel, of iemand me iets vraagt, regelmatig zo’n opgetrokken wenkbrauw van “Wat bedoel je..” omdat ik weer eens een woord of afkorting gebruik waarvan m’n niet-politie omgeving niet waar het voor staat.
Maar afgezien van afkortingen en rare woorden waar ik jullie niet mee zal vermoeien heeft het politietaaltje toch ook nog wat grappige of bijzondere dingen die ik in een blog wil delen. Niet dat je er superveel aan hebt, maar gewoon voor de fun:
1. Verschil tussen aanhouden en staandehouden. Ik onderbreek verhalen van mensen (op bijvoorbeeld een verjaardag als ze vertellen over een gekregen boete) vaak om uit te leggen dat er een flink verschil tussen een aanhouding en een staandehouding zit. Bij een aanhouding moet je daadwerkelijk (even) ‘zitten’. Op een bankje in een politiecel als het meezit, in de gevangenis als het tegen zit. Bij een staandehouding krijg je bijvoorbeeld een bekeuring, of wordt er iets gecontroleerd. Zit je dus gewoon later weer op je eigen bank. Je bent dus niet aangehouden omdat je aan het bellen was tijdens het rijden, maar je bent staande gehouden. En als je dat nu wordt, dan is de kans erg groot dat je een waarschuwing krijgt, want we zijn aan het staken voor een betere CAO.
2. “Ter plaatse gaan of zijn” is eigenlijk gewoon sjiek zeggen dat we onderweg gaan naar een melding/adres of dat we daar zijn waar we naartoe gestuurd waren.
3. Als iemand zo lam is dat ie niet meer op zijn benen kan staan, is hij “zichtbaar onder invloed van alcoholhoudende drank” Of hij bevindt zich “In kennelijke staat van dronkenschap” Zeggen dat iemand veel te veel gezopen heeft kan niet. Kacheltje lam is ook niet bepaald sjiek.
3. De dood is ook iets bijzonders in ons werk. Ookal ligt iemand hartstikke dood in een plas bloed, dan is het een roodkleurige op bloed gelijkende vloeistof als we het later op papier moeten zetten in een proces-verbaal. Je weet tenslotte nooit of hij niet toevallig in een plas ketchup is gaan liggen… Dit taalgebruik wordt tegenwoordig op school ietsje minder aangeleerd. Dus langzaamaan verdwijnt het wel denk ik. Gelukkig maar, want bloed is bloed en we zijn ondanks de uitdrukking “Hadden we maar een vak moeten leren” toch ook echt niet helemaal dom. Ook treffen we geen lijk aan maar een stoffelijk overschot. Klinkt toch ook net iets netter.
4. Als iemand strak staat van de drugs dan zeg ik privé “Die heeft ook het kalk van de muren gesnoven” maar op het werk is het: “Onder invloed van verdovende middelen” als ik om een ambulance vraag bij het Operationeel Centrum.
5. Als er bij ons een melding van “Onwel persoon” in het scherm van de dienstauto verschijnt kan dat ook van alles zijn. Een toerist die niet tegen een jointje kon of een oud vrouwtje dat teveel medicatie heeft genomen. Een dakloze die gewoon diep in slaap is maar waarvan een voorbijganger twijfels had of hij nog wel ademde. Een dronken droppie die zichzelf bijna in coma heeft gezopen. Iemand die pijn op de borst heeft of iemand die onderaan de trap wakker is geworden met een bult op zijn hoofd… Allemaal “onwel”
6. Een melding verward persoon kan ook van alles zijn. Als je al een uur voor je uit zit te staren op een brug of als je schreeuwend over het Rokin rent in je onderbroek kan het zo maar zijn dat er iemand politie belt. In beide gevallen is die melding een verward persoon. Je kan een verwarde indruk maken als je onsamenhangende taal uitkraamt tegen willekeurige voorbijgangers maar ook als je je hele huisraad van vier hoog naar beneden gooit en ondertussen kinderliedjes zingt. Ook iemand die in een roze tutu midden op een drukke kruising het verkeer vol overgave denkt te regelen is vaak lijdend voorwerp van een melding verward persoon. En als je te lang wacht wordt het waarschijnlijk vanzelf een aanrijding met letsel.
7. In de Amsterdamse binnenstad vliegen de winkeldiefstallen je om de oren. De ene is nog niet afgehandeld of de volgende moet alweer opgehaald worden. Je zou bijna denken dat het gratis is… Vaak als je al meerdere meldingen van winkeldieven gekregen hebt in een dienst, dan laat het OC een stukje van de zin weg: “1101, sorry, we hebben er weer een. Bij de Primark.” Het is dus zo gewoon geworden dat we eigenlijk al weten wat het is zonder dat het echt bij naam genoemd wordt. Kort en duidelijk taalgebruik over de portofoon is overigens ook belangrijk. Gezien er namelijk maar een iemand tegelijk kan praten is een lang kletsverhaal niet handig.
8.
“U heeft toestemming” Toestemming voor het leeg vreten van een hele zak M&M’s in 5 minuten? Doe ik ook zonder toestemming! Nee. Toestemming is dat je mag rijden met zwaailicht en sirene. Laa-luu-laa-luu-laa-luu! Een leuk feitje van die “toestemming” is dat als je met zwaailicht en sirene rijdt en je dan een maal op de claxon drukt, de sirene sneller gaat. Lalulalulalu! Paniekmodus (en allerlei variaties daarop) wordt dat ook wel genoemd. Vaak gebruikt bij kruisingen of extreem drukke situaties waarbij je extra op wilt vallen zodat mensen misschien wat eerder beginnen met reageren om plaats voor je te maken. Zelf noemen we zwaailicht en sirene vaak “Toeters en bellen” ook regelmatig gebruikt is “Zet het clublied maar aan!”
9. Moeten. IK MOET HELEMAAL NIKS! Nee, andere moeten. Moeten zijn namelijk afdrukken van bijvoorbeeld een koevoet in het hout van de deurpostbij een inbraak. Sporen van braak gemaakt door een (inbrekers)werktuig om het netjes te zeggen.
10. Een achtje. Die moet je doen bij je examen bijzondere verrichtingen voor het halen van je motorrijbewijs. Maar een achtje is ook een verwijzing naar Artikel 8 van de Wegenverkeerswet. Daarin staat dat je geen voertuig mag besturen als je onder invloed bent van iets (drugs, drank of medicatie) wat je rijvaardigheid beïnvloedt.
11. “Even sluiten” of “Gesloten met..” Als je over de portofoon aangeeft even te gaan sluiten dan geef je aan dat je op het bureau of cellencomplex bent met een aanhouding. “De 1101 gaat even sluiten aan het bureau met een achtje” is dus een hele normale zin.
12. De Lupa moet ik ook even noemen. Afkorting voor LUnchPAkket. Voor diensten waar het lastig is eten te halen, of eten mee te nemen. Een koeltasje met kleffe broodjes, een Mars, Snicker of een Milky Way en met Koningsdag een cakeje met oranje glazuur. En een flesje water en een flesje frisdrank. Oh en een appel. Meestal is die van het type ‘meelbal’ en gaat die naar een van de paarden van de beredenen. Of als je een lekkere knapperige hebt eet je hem zelf op. Dan heb je ook nog de “blauwe hap” dat is een rijsttafel. Dat is de warme maaltijd versie van de LuPa voor bijzondere diensten die heel lang duren.
13. “Correct en tevens juist” Eigenlijk gebruiken we die helemaal niet echt meer. Maar toch is het een typische politie uitdrukking. Lekker dubbel op. Hij wordt onderling nog wel af en toe gebruikt, sarcastisch en cynisch. “Hey Liek, lekker hoor ochtenddienst, je ziet er fris en fruitig uit!” Uiteraard is dat sarcastisch. Want alleen dit soort vrouwen (waar ik een hele blog over heb gemaakt) zien er fantastisch uit op elk moment van de klok. Maar goed, na zo’n opmerking zeg je dan met een stalen gezicht: “Dat is correct en tevens juist”. Waarschijnlijk denk jij nu.. Lekker belangrijk. Je had er vast bij moeten zijn.
Zo, dat waren er een aantal. Er zijn er nog veel en veel meer maar ze bedenken is nog best wel lastig, terwijl we er toch best veel hebben. Dan heb je ook nog heel erg veel afkortingen, waar ik zelf regelmatig moedeloos van word, dus jullie zeker niet mee lastig ga vallen. En gebruiken we ook veel verkleinwoordjes. Beetje rare verkleinwoordjes soms ook. “Mag ik even een kentekentje rondom” “Kan je even dit persoontje voor me nakijken?” “Ik wil graag een postje op de achterhand!” Om maar drie dingen te noemen die zo in mij opkomen.