“Ik heb niks tegen homo’s, maar ze hoeven niet klef te doen voor m’n neus.””Wat versta je onder klef dan?””Eehh nouja je weet wel..””Nee.. ik weet niet””Ja nou kijk ik vind het niet nodig dat ze zo hand in hand lopen en dan zo half lopen te zoenen. Elkaar opvreten weet je wel..””Ahh.. ja.. dat is wel mega klef ja..” mét sarcastische ondertoon, want ja zo ben ik.”Ja weet je het is niet zo dat ik homo’s haat he, ieder zijn keuze!””Het is geen keuze lieverd…””Ja nouja je snapt me wel..””Nee ik snap je niet””Nouja een man en een vrouw is toch net even anders..””Dat klopt ja, want een van de twee klefbekken is dan een man, en die ander een vrouw en dan is het weer allemaal normaal bedoel je?”
… En zo ging dit gesprek nog even verder. Het kwam er op neer dat bovengenoemde zich niet ergerde als er een man en een vrouw elkaar nog net niet oraal bevredigen in een discotheek. Droogneuken en handen in elkaars broek ergens in een donker hoekje moet allemaal kunnen. Maar twee mannen hand in hand die elkaar af en toe even drunk-in-love zoenen, dat dan weer liever niet. Niet in dezelfde straat als waar hij ook loopt. Als het even kan..
Toen ik vervolgens enigszins teleurgesteld verkondigde dat hij dan niet bepaald kon zeggen dat hij niets tegen homo’s had kwam er een verontwaardigde wenkbrauw kronkel tevoorschijn..
Omdat er geen verdere woorden uit z’n mond kwamen besloot ik nog maar een schepje er bovenop te doen… “Homo’s mogen gewoon homo zijn achter gesloten deur als het aan jou ligt..Ergens op vier hoog achter waar je er niets van mee krijgt…”
Nou overdrijf ik het natuurlijk een beetje hier en daar, maar dat is wel ongeveer wat er bedoeld werd. Nou moet ik zeggen dat het mij vrij weinig kan schelen wat men wel of niet in het openbaar doet. Zolang het maar met wederzijdse toestemming is zullen we maar zeggen. En niet dat ouders bepaalde zaken uit moeten leggen omdat hun nog ietsje jonge kinderen er ongewenst mee worden geconfronteerd. Maar afgezien daarvan, not a single fuck was given.
En ik denk ook wel eens “get a room” Of het nou een man is met een vrouw, twee vrouwen, twee mannen of wat voor een leuke variaties er allemaal op zijn… Daar heeft het niet mee te maken. Het get a room dingetje gaat dan door m’n hoofd, en is weer weg. Ik erger me niet. Liefde is liefde. En lust is lust. En natuurlijk mag je daar wat van vinden. Maar als je vind dat alleen hetero’s op straat hun affectie mogen tonen dan kan je je zelf niet bepaald tolerant noemen in mijn ogen.
Het leek de laatste tijd alweer alsof de tolerantie naar homo’s en al het andere wat niet heteroseksueel is weer enigszins was verbeterd. Maar toen SuitSupply twee goedgeklede mannen zoenend op een poster plaatste, en deze in bushokjes hing werd Nederland eventjes gek.
Er werden bushokjes beklad, waar de poster hing uiteraard. Er werden zelf bushokjes gesloopt.
“Mama kijk een kapot bushokje” “Ja schatjepatatje dat heeft papa gedaan zodat wij geen zoenende mannen op levensgroot formaat hoeven te zien”
Ik zie de ouders al met hun kids bij de bushalte staan. Inmiddels zijn de posters uit het straatbeeld verdwenen, de bushokjes zijn weer gefixt en iedereen kan weer opgelucht ademhalen. Door naar de volgende rel. Het Reformatorisch Dagblad had een paar dagen geleden een flyer bij de krant zitten van “Gezin in gevaar” Met een groot rood kruis door de afbeelding van de zoenende SuitSupply mannen. Weet je wat pas een gevaar is voor je gezin? Ze zo ‘beschermd’ opvoeden dat ze straks verdomme nog homo’s in het wild tegen gaan komen. Op hun achttiende ofzo. DAT IS TOCH POTJANDORIE LEVENSGEVAARLIJK?! Zonder dat er ooit een woord over gesproken is. Of dat ze er zo nieuwsgierig naar zijn geworden dat ze Google gaan gebruiken…
Ik was al even geleden begonnen met schrijven aan deze blog. Maar afmaken en online zetten werd hem steeds niet. Tot de flyer in dat het Dag-dag Reformatorisch blad me triggerde. Er moet over gepraat worden. Wat je er ook van vind, wat er ergens ook bij denkt voelt of juist misschien niet. Dat maakt niet uit, maar er moet in mijn ogen ruimte blijven voor gesprek en discussie. Of je het nou eens bent, gaat worden, of totaal niet. Een van mijn vriendinnetjes en ook collega ging vroeger als man door het leven. Tegenwoordig heet zij al jaaaaren Melissa. Ik mag haar naam gewoon helemaal gebruiken, ik doe dat eigenlijk met niemand maar voor Melis maar ik een uitzondering omdat de naam erbij ‘hoort’. Melissa is als transgender het voorbeeld van wat ik bedoel met overal over praten. Met respect uiteraard. Maar je mag haar alles vragen, en ze verteld je het ook. Zo kweek je begrip en hou je het gesprek gaande. Melissa is daarin voor mij echt een voorbeeld en een enorme aanwinst voor het werk. Bruggen bouwen en verbinding leggen. Twee van die uitspraken waar de politie mee ‘gooit’ en waar ik het ontzettend mee eens ben. Niet de manier hoe het soms gebeurd maar wel dat het moet gebeuren.
Ik draag aan mijn uniform al ongeveer zo lang ik bij de politie werk (en de tijd vliegt kan ik je zeggen) het roze in blauw koord. Dat is het keycord van het Roze in Blauw netwerk van de politie. Dit omdat op deze manier je toch wat makkelijker aanspreekbaar bent voor burgers die LHGBT gerelateerde vragen hebben. Of bij wie het iets triggerd, er een opmerking over maken en dan vervolgens toch met een iets andere kijk op zaken weer hun weg vervolgen na een gesprek. Ik vind dat mooi. Ook helpt het collega’s. Een jonge collega die vraagt of ik denk dat zijn team het zal accepteren als hij als homo uit de kast zou komen en hoe hij het zeggen moet. Dat hij mij kiest voor die vraag vind ik mooi. Het gesprek wat volgde was goud, toen hij me maanden later weer tegenkwam en vertelde hoe de situatie toen was, kon ik niets anders dan ontzettend trots zijn op hem en op zijn teammaatjes.
Vanmorgen had ik overwerk na mijn nachtdienst, m’n lieve maatje A wilde mijn kogelwerende vest lenen voor een speciale inzet waar hij even niet op gerekend had. Geen probleem uiteraard, als ik hem vanavond voor m’n nachtdienst maar weer aan kan. Ik zei dat hij het Roze in Blauw koord er wel af kon halen uiteraard. Dat deed hij niet. Support. Hele mooie support, recht uit zijn hart.
En ik weet dat het een van de prachtige ‘gevolgen’ is van iets wat we allemaal kunnen: praten. Want A heeft een achtergrond waarbij het niet vanzelfsprekend is dat ik als bi zo omarmd wordt. Precies zoals ik ben. Maar we kennen elkaar al heel lang en hebben ontzettend veel gesprekken gevoerd. Hij stelde vragen, ik antwoordde. Ik stelde vragen, hij antwoordde. We hadden discussies. Soms best hoog oplopend. Hij begreep dingen niet, ik ook niet. En nu loopt hij gewoon zo het bureau uit. Met Roze in Blauw keycord. En het enige waar hij over klaagde was dat het vest voor hem ‘maatje baby’ was. Proud to be your friend lieverd. ONTZETTEND proud.
Goed, lang verhaal, nu komt het moraal:
PRAAT. VRAAG. WEES LEERGIERIG. Maar wel zonder een judgemental aashole te zijn als het even kan. En ben je ergens wel judgemental over, dat kan natuurlijk. Is menselijk en zijn we allemaal. Wees dan niet te beroerd om je mening of gedachtegang een beetje bij te stellen. Alle kleine beetjes helpen. Behalve een klein beetje chocola. Dat is natuurlijk gewoon veel te weinig.
Prachtig verhaal, Lieke.
Wat lief dankjewel!
Wat een prachtige blogpost vind ik dit,
Toen je bij de politie solliciteerde, heb je toen vernoemd
dat je bi was? Werkt dit in je voordeel of juist niet? 🙂
Dag Lieke,
Woensdag 12 oktober je boek bij de Bruna in mijn dorp gekocht. Tussen alle boeken die daar lagen trok je mijn aandacht door de lach van je op je boek. Inmiddels ben ik aangeland bij hoofdstuk 14 van je boek en heel veel dingen die je meegemaakt hebt tijdens je dienst komen mij bekend voor, die tijdens mijn werk als riviermeester, nu mobielverkeersleider, bij Rijkswaterstaat op een patrouillevaartuig in Lobith heb meegemaakt. Van aanvaringen, waterlijken, zelfdoding door ophanging en scheepsbranden en nog veel meer wat er zoal op en rond de rivier zich afspeelt. Ook leuke dingen beleefden we, zoals een Duitse schippersvrouw die op het punt stond van bevallen en perse in Emmerich wilde bevallen. Zij bij ons aan boord en toen full speed naar Emmerich, waar de Wasserschutzpolizei ons al op lag te wachten. Ook vaak schipperskinderen, die op een internaat zaten en met vakantie kwamen, aan boord gebracht.
Toen het Schengenaccoord getekend was werd het stil in Lobith-Tolkamer en ben ik als Verkeersleider naar de Verkeerspost in Nijmegen gegaan. Op 1 januari 2004 kon ik met FLO op 55 jarige leeftijd.
Voor ik riviermeester werd heb ik nog een aantal maanden de opleiding voor milieu gevold aan de Politieschool De Cloese in Lochem, waar we les kregen van Adjudant Kardol van de Gemeentepolitie Arnhem.
Bureau Amsterdam van Ewout Genemans heb ik ook gevolgd.
Ik heb bewondering voor de mensen die bij de politie werken en vooral voor de jonge mensen die nu nog voor het politiewerk kiezen met deze verhardende maatschappij.
Lieke ik wens je, samen met je collega’s, heel veel geluk en succes met je diensten en kom na je dienst veilig thuis.